Series: |
Schoolplaten voor de vaderlandse geschiedenis |
---|---|
Timeframe: |
Explorers and reformers |
Scene of action: |
Antwerpen |
Illustrator: |
Isings, J.H. |
Publisher: |
J.B. Wolters Groningen |
Year of publication: |
1965 circa |
Themes: |
Uit de handleiding 1966: De optocht der gilden die op 16 augustus 1520, door de straten van Antwerpen gaat, opent de processie waarin naar R.K. opvatting ‘Onze Lieve Vrouwe haar jaarlijkse intocht doet als Koningin’. Voorop gaat de lekebevolking, gegroepeerd volgens het ambacht. De trommelaars zijn meestal gildeknechts, aan het ambacht als bode verbonden. Zij dragen als bandelier een aantal gedreven zilveren platen met de kenmerken of wapens van de overlieden. Geen trommelaar zonder pijper. De overman die vooraf gaat, is deken, de woordvoerder van het gilde. Hij draagt de ambtsketen met het gildeteken, waaraan schildjes hangen. Achter de pijpers wordt het ‘teken’, het embleem of zinnebeeld gedragen. Achter het gildeteken komen twee zeelieden uit, die op een stangentafeltje een zilveren beeld van apostel Petrus dragen. Dan volgt het schip. Het schip is op een wagen gemonteerd. Zeelieden stuwen aan lange bomen, die op de wagen zijn aangebracht, het gevaarte voort. In het midden van het tafereel, geheel links, komt de groep te zien rondom de grote Duitse kunstenaar Albrecht Dürer. Dürer is in gesprek met een man, Cornelius Grapheus, de secretaris van de Raad van Antwerpen. Achter Dürer staat zijn vrouw. Op de voorgrond staat een voorname burgeres met haar zoontje.