Wall charts, history and European Identity

EU Culture Programme; Education and Culture DG

Aan het hof van Karel de Grote.

(15 ratings) 9,138 views

Series:

Schoolplaten voor de vaderlandsche geschiedenis

Timeframe:

Monks and knights

Scene of action:

Aken

Illustrator:

Jetses, C.

Publisher:

J.B. Wolters Groningen

Year of publication:

1942 circa

Themes:

European history   

Uit de handleiding uit 1942: ‘Groots en machtig treedt ze uit de wereldgeschiedenis op de voorgrond, de figuur van Karel den Groten, koning der Franken, keizer later van het herstelde Westerse Romeinse Rijk; - Charlemagne, wiens gebied zich uitstrekte van de Atlantische Oceaan en de Noordzee tot de Elbe en de Donau, van Sleeswijk-Holstein en de Oostzee tot de Ebro en de Tiber. De plaat, stelt een zaal voor in één van de paleizen van Karel den Groten. Één der paleizen, zeggen we, want Karel had vele paltsen (ons woord paleis). Toch kunnen we Aken als de plaats aanwijzen, waar hij lange tijd zijn hoofdverblijf had. De figuren op de plaat laten zich in drie hoofdgroepen verdelen. Van de middelste groep trekt allereerst Karel zelf onze aandacht. We zien den vorst te midden van zijn gezin en een gedeelte van zijn hofhouding. Koning Karel is hier geschetst in de kracht van zijn leven. De vorst is gezeten aan een tafel, die gereed wordt gemaakt voor de maaltijd. Vol aandacht beschouwt hij de plattegrond voor een kerk, die bij een klooster gebouwd zal worden en waarvan links van hem staande persoon bijzonderheden aanwijst. Dit is Einhard, Karels secretaris, levensbeschrijver en een van zijn raadslieden. De figuur met de bisschopstaf, rechts van Karel, is Alcuin. Hij is Karels minister van onderwijs. Van de tweede groep, n.l. die links op de plaat, dus rechts van den beschouwer, trekt allereerst de grijze priester onze aandacht. Hij is de aartbisschop Theodulf van Orleans, die om zijn kennis en begaafdheid mede in hoge gunst bij Karel stond. Op de plaat zien we Theodulf afgebeeld, terwijl hij zich voorbereidt voor een lezing, die hij straks voor Karel en diens omgeving zal houden. Rechts van hem staat een eenvoudige monnik, die een tweede boek gereed houdt. Van de vrouwenfiguren, die vóór den priester staan, vragen we allereerst aandacht voor de dame, die getooid is met de diadeem en daar van afhangende sluier. Zij is Karels toenmalige gemalin. De kunstenaar heeft drie van Karels dochters afgebeeld, zoals zij een deel van haar taak bij de voorbereiding van de maaltijd verrichten. De één draagt vruchten aan, een tweede bloemen, een derde zal vermoedelijk voor de wijn zorgen. Wat de derde hoofdgroep betreft, hiervan noemen we allereerst den jongen prins, die aan de tafel is gezeten. Deze prins kan zowel Karel of Pippijn als Lodewijk zijn. De prins is in gesprek met één van de jagermeesters van zijn vader die twee prachtige jachthonden aan de lijn houdt. Zowel voor Karel als voor zijn zonen was de jacht een geliefkoosde ontspanning. De drie mannen, die achter den prins en den jagermeester staan, zijn legeroversten van den koning.’