Wall charts, history and European Identity

EU Culture Programme; Education and Culture DG

In een middeleeuwsch Klooster (Laatste helft 15e eeuw)

(4 ratings) 8,522 views

Series:

Schoolplaten voor de vaderlandsche geschiedenis

Timeframe:

Monks and knights

Scene of action:

Utrecht

Illustrator:

Isings, J.H.

Publisher:

J.B. Wolters Groningen

Year of publication:

circa 1911

Themes:

Religion   

Uit handleiding circa 1915: De plaat gunt ons een blik in de boekerij van Karthuizermonniken, die naar het bericht van vele schrijvers tegelijk tot scriptorium was ingericht. Daar maakten de monniken de kostbare handschriften, daar verluchtten zij de afgeschreven boeken met fraaie miniaturen, maar daar ook beoefenden zij kunsten en wetenschappen. Voor de lessenaar staat een monnik verdiept in de aanschouwing van een miniatuur, dat hij naar eigen opvatting gewijzigd gebruiken zal voor de verluchting van een handschrift. In de schrijfstoel rechts, onder het open venster, dat uitziet op de tuin met geneeskrachtige kruiden, is een monnik moeizaam aan de arbeid. Op de schrijfplank wordt door middel van gespannen koorden, waaraan afhangende loden gewichten zijn bevestigd, het in het klooster zelve bereide blad perkament vlak gehouden. In de rechterhand houdt de ijverige schrijver de ganzenveer en in de linker een instrumentje om het perkament elke opboldering,hoe gering ook, te beletten. Op de achtergrond bij de boekenkast staat een derde monnik te lezen in een boek, dat hij zoeven uit die kast heeft genomen. Met het scriptorium staat het laboratorium in gemeenschap. Kolven en retorten zijn zichtbaar door de opening in de linkerwand. Daar worden de kruiden bereid tot zalven, pleisters en geneesmiddelen voor de zieken in en buiten het klooster en voor de gewonden in de strijd. Tegen de zuil staat een tekening van een kerk – ‘platte form’ – ontworpen door een kloosterbroeder-bouwkundige. De fraaie geelkoperen kandelaar op de vloer en de aquamanile (een koperen schenkkan in de vorm van een leeuw) op de tafel, wijzen er op, dat de Karthuizerbroeders zeer ervaren waren in de ‘kunstnijverheid’.